Evaluaties

 

Aangezien het er bij ecologisch herstel op neer komt dat we processen de ruimte en de tijd geven gaan wij na realisatie van de projecten regelmatig terug om de ontwikkelingen te volgen en te bestuderen. Zodoende hopen wij steeds beter inzicht te krijgen en van de ervaringen te leren. Desgewenst voeren wij ook een evaluatie op maat uit.

Uiteraard zijn we ook in staat om de gehele monitoring voor u te doen.

 

Er zijn nog geen evaluaties afgerond.

 

Momenteel wordt onderzoek verricht naar hydromorfologische processen bij diverse beekherstelprojecten en in min of meer natuurlijke beektrajecten. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Tongelreep Achelse Kluis

  • Tongelreep Diepenvoorde

  • Keersop Kromhurken

  • Esperloop

  • Hooge Raam

 

In onderstaande reportage zijn de waarnemingen van de hydromorfologische ontwikkelingen in de Hooge Raam beschreven.

 

 

Waarnemingen hydromorfologische processen Hooge Raam

 

18 september 2009

Er is een rechte loop gegraven waar nu nog maar een geringe hoeveelheid water door stroomt. De waterdiepte is maximaal circa 20 cm.

 

Mogelijk is een deel van het water omgeleid? Er gaat geen water over de drempel bij de duiker onder de weg (foto).

 

Er heeft zich al vegetatie ontwikkeld in de bedding. Er liggen nog grote hoeveelheden zand uit de gegraven loop.

 

Er zitten een paar schooltjes kleine visjes en een kolonie schrijvertjes bij de duiker bovenstrooms het gegraven traject.

Er is nog geen meetstuw bovenstrooms.

 

8 oktober 2009

Vorming van zandbanken (“alternating bars”)? Daarop heeft zich al enige vegetatie ontwikkeld.

Er is enige stroming in de oude genormaliseerde loop.

 

Bovenstrooms wordt een stuw gebouwd. Het water wordt via een pomp afgevoerd naar het nieuw gegraven proeftraject.

 

Aan het begin van het proeftraject is een bodem- en oeververdediging aangelegd. De stroomsnelheden zijn stroomafwaarts aan de rechteroever duidelijk groter. Het lijkt erop dat de bodem enigszins helt naar de rechteroever.

 

Benedenstrooms begint hierdoor  aan die zijde de bodemverdediging al te verzakken.

 

Op diverse plekken heeft de vegetatie al flinke invloed op de bodemstructuren. Hierdoor treden interessante verschillen in stroomsnelheden op.

 

De stroken grond langs het proeftraject bestaan uit vrij los zand waarop nauwelijks begroeiing aanwezig is. Deze zijn strak afgewerkt.

Op de lager gelegen korte (plas)bermen is spontane opschot van wilgen of aanplant?

 

Verder benedenstrooms hebben zich over vrijwel de gehele bedding stroomribbels gevormd van soms enkele centimeters hoogte. De stroomsnelheden zijn erg gering. De waterdiepte bedraagt max circa 30 cm.

 

20 oktober 2009  

Vandaag is er een geringe afvoer (kleiner dan op 8 oktober 2009). Door de geringe afvoer is de waterdiepte erg gering ca 20 cm.

 

De stuw is geplaatst maar nog niet in gebruik.

 

Bij de bodem- en oeververdediging bovenstrooms is een diepe stroom- geul langs de rechteroever ontstaan.

 

 

Er lijkt een zekere afwisseling te ontstaan maar er is nog geen regelmaat in te ontdekken.

 

 

 

 

 

 

Er hebben zich lokaal (bij stroom- versnelling) enkele diepere kuiltjes en geultjes gevormd. Meestal zijn er twee parallel lopende stroomdraden.

Hopelijk wordt dit geregistreerd?

 

Met betrekking tot de bedding- structuren lijkt sprake te zijn van dominantie van de zich ontwikkelende vegetatie.

Hoe zal dit bij hogere afvoeren functioneren?

 

Zelfs bij bij een versmalling met een lokale stroomversnelling (tot ca 25 cm/s) dicht bij de teen van de oever treedt nog nauwelijks erosie op.

 

Ook bij deze versmalling is geen noemenswaardige oevererosie opgetreden.

 

Op sommige plaatsen is de oever verspoelt / geërodeerd door opper- vlakkig afstromende hemelwater (gullies).

 

 

Verder is vrijwel nergens een indicatie van oevererosie onder invloed van de stroming in de bedding waarneembaar.

 

 

Hier is een opvallend ronde vorm in de oever ontstaan. Dit is de enige plek in het hele lengteprofiel. De aanleiding hiervan is onduidelijk.

 

Er zijn veel ribbels in de bedding. Lokaal is een klein beetje fijn grind aanwezig.

 

 

In het benedenstrooms gelegen kronkelende traject lijkt zich zand afgezet te hebben.

Sommige zandbanken komen boven het water uit.

De stroomsnelheden zijn hier in sommige delen lager en in sommige delen ook behoorlijk hoog.

 

In de bochten met erg zandige oevers is duidelijk oevererosie waarneem- baar.

Bij één bocht loopt ook een pad tot op de rand van de oever. Hier zijn wilgentenen toegepast? Ook hier zijn spoelgaten (gullies) aanwezig.

 

9 november 2009  

De stuw is gereed en in gebruik. De bovenstrooms gelegen kronkelend aangelegde zijtak stroomt bovenstrooms de stuw in. Hierdoor is er vrijwel geen stroming meer in dit traject.

 

In het rechte proeftraject is vandaag sprake van een behoorlijke stroming. De waterdiepte is gering gemiddeld circa 30 cm. Vrijwel de gehele beddingbodem is onder water op enkele begroeide zandbanken na.

 

De eerder gevormde zandbanken als gevolg van de spoelgaten zijn vrijwel verdwenen.

 

 

 23 januari 2010

Er lijkt binnen de gegraven bedding een slingering te ontstaan door afzettingen van zand en slib die onder invloed van vegetatieontwikkeling zandbanken vormen. Het lijkt erop dat daarin enige regelmaat zit te komen. Duidelijk waarneembaar is dat er flinke zandtransporten optreden die ook leiden tot ribbels. Onduidelijk is of in het betreffende traject erosie of sedimentatie dominant is, hopelijk wordt dit gemeten. De zandbanken als gevolg van de spoelgaten zijn (door erosie) vrijwel geheel verdwenen.

Vrijwel de gehele bedding is gevuld, op enkele zandbanken na. De meeste (eerder al gevormde) begroeide zandbanken bevinden zich nu onder water. De waterdiepte bedraagt gemiddeld circa 40 cm. Lokaal zijn depressies en diepere stroomgeulen aanwezig. Worden deze gemeten?  

 

De bodem- en oeververdediging bovensrooms is niet meer intact. De geul aan de rechteroever lijkt zich steeds dieper in te snijden, juist door de verdediging. Desondanks is de oever daar nog steeds niet echt geerodeerd.

 

 

De oevers zijn nog niet aangetast door de stroming ondanks de vele grote spoelgaten (gullies) die aanwezig zijn.

De oevers beginnen geleidelijk meer begroeid te raken. De verwachting is dat deze begroeide oevers als het ware een korset gaan vormen. Overigens is een deel van het traject sterker begroeid dan het andere (aangeplant?).

  

1 maart 2010

Vandaag is er een flinke afvoer (bijna maatgevend?), dientengevolge is de bodem niet zichtbaar en zijn de gevormde patronen moeilijk te zien. Uit de stroombeelden is wel duidelijk te zien dat er meerdere stroomdraden zijn die met elkaar wedijveren waardoor meerdere stroomgeulen worden gevormd. Hierin is nog geen regelmaat te zien. Op sommige plaatsen is de eerder ontwikkelde vegetatie in staat om de bodem ter plaatse vast te houden.

 

Bovenstrooms in het kronkelend gegraven traject is ondanks de grote afvoer nog amper zichtbare stroming aanwezig.

 

 

Bij de laatste bocht is volgens mij een interessant verschijnsel zichtbaar, namelijk beïnvloeding van het stroom- beeld in de bocht bovenstrooms door de benedenstrooms gelegen (te) scherpe bocht.

 

 

9 maart 2010

Vandaag is er een geringe afvoer en een lage waterstand. Hierdoor is goed zichtbaar wat er is gebeurd onder invloed van de relatief hoge afvoeren die hieraan vooraf zijn gegaan.

 

De oever- en bodemverdediging heeft zijn functie nu vrijwel geheel verloren en werkt eerder averechts.

 

Benedenstrooms in het rechte proeftraject hebben zich zand- banken gevormd in het midden van het gegraven profiel.

 

Hierin blijkt een zekere regelmaat te zitten van ca 26 meter (gemeten op de bovenstroomse punt van de zandbank. Deze punten zijn gemarkeerd als GPS-events.

Vermoedelijk zijn deze zand- banken gevormd kort na een hoge afvoer. Als veel sediment wordt aangevoerd terwijl de afvoer afneemt wordt het overtollige sediment afgezet.

 

Aan de stroomafwaartse zijde van deze zandbanken is een typische diepere stroomgeul gevormd.